Rudolf Steiner en vrijeschoolonderwijs

Rudolf Steiner en vrijeschoolonderwijs

Rudolf Steiner (1861-1925) is de grondlegger van het vrijeschoolonderwijs. Werkend vanuit het gedachtegoed van de antroposofie, werd in 1919 in Stuttgart de eerste vrijeschool geopend.  Het ‘vrije’ dat Steiner beoogde was dat de school een eigen pedagogisch uitgangspunt zou hebben, en zich niet zou hoeven conformeren aan regelgeving door de overheid. Het kind centraal. De opvoeding centraal.

Inmiddels zijn al decennia lang de vrijescholen verbonden met het Ministerie van Onderwijs: wij volgen de onderwijsnormen zoals die door het ministerie worden uitgedragen en worden op onze kwaliteit getoetst door de Inspectie van het Onderwijs.

In 1923 werd de eerste vrijeschool in Nederland gevestigd (Den Haag). Vanaf die tijd is de schoolbeweging uitgegroeid tot een internationale beweging met bijna 100 scholen in Nederland en rond de 650 scholen verspreid over alle werelddelen.

Het doel van vrijeschoolonderwijs is om bij de leerlingen een veelzijdige belangstelling te wekken en de kinderen te helpen hun persoonlijkheid tot ontplooiing te brengen. Vrijheid van denken en de vrijheid om te kunnen zijn wie je bent.

Maar vrij betekent in het vrijeschoolonderwijs niet vrijblijvend. De kinderen werken vanuit een zeer gestructureerd lesaanbod. Zij worden tussentijds getoetst met onder meer CITO-toetsen en de leerlingen hebben dus ook hetzelfde cognitieve niveau als leerlingen van reguliere scholen. Aan het einde van de basisschoolperiode zijn de kinderen dan ook goed voorbereid om naar het (reguliere) voortgezet onderwijs te kunnen gaan.

Onderwijs is in de eerste plaats opvoeding. De leerstof wordt beschouwd als materiaal waaraan het kind zich verder ontwikkelt: het leren is een hulpmiddel om het kind in die ontwikkeling te begeleiden. Het brede aanbod van vakken is een van de middelen daartoe. De verschillende vakken zijn zowel op elkaar als op de leeftijdsfase van het kind afgestemd.

Het onderwijs op de vrijeschool is altijd gericht op de ontwikkeling van drie gebieden: het denken, het voelen en het willen. Op de Michaëlschool is het onderwijs zo ingericht dat in de lessen wordt gewerkt aan de cognitieve kwaliteiten, de sociale en kunstzinnige vaardigheden, evenals aan de wilskracht van het kind. Om die drie gebieden (denken, voelen, willen) te kunnen ontwikkelen, wordt binnen de lessen naast de (cognitieve) lesstof gebruik gemaakt van beeldende en muzikale verdiepingen, als ook drama- en bewegingsoefeningen. Zo kunnen droge rekenlessen veranderen in feestelijke gebeurtenissen of eindigt de muziekles in een spannende rekenontdekking. In de lessen wordt zowel individueel als klassikaal gewerkt. Met het individuele werken beoefenen de leerlingen het leren op eigen niveau en de zelfstandigheid. Tijdens de klassikale lesonderdelen wordt juist de sociaal-emotionele kant van de kinderen en het werken in groepsverband ontwikkeld.

Binnen het hele palet van vakken loopt er door het jaar heen de rode draad van de jaarfeesten. Kinderen beleven deze vaak als een houvast en door de herhaling ontstaat ook een gevoel van veiligheid.

Vrijeschool de Toermalijn is een school waar rust, ritme en beleving aandacht krijgen. Een school waar kinderen zich kunnen ontplooien tot vrij denkende mensen, die vorm kunnen geven aan hun bestaan en de wereld om hen heen.

Overigens is de antroposofie zelf geen lesstof voor de kinderen en wordt niet verwacht dat ouders de antroposofische visie delen. Essentieel is dat ouders openstaan voor het onderwijsproces zoals dat in de school plaatsvindt en waar mogelijk het ondersteunen. Het is van groot belang dat de ouders interesse hebben voor hun kind en wat het in de klas doet.

Actueel 

Lees het laatste nieuws over de school.
Onderdeel van: 
Copyright 2025
Privacyverklaring
chevron-down