Onderwijs kleuters: langer spelen, beter leren
In de eerste zeven levensjaren van het kind staat de lichamelijke ontwikkeling op de voorgrond. Kleuters leven vol overgave in de wereld om hen heen en ze leren veel door na te doen wat ze van volwassenen zien. Door te spelen, bewegen, door liedjes te zingen en te horen, (kring)spelletjes en verhalen wordt het kind baas in eigen lichaam. De verschillende spelvormen bieden mogelijkheden om allerlei dingen te ontdekken én te ontwikkelen. De grove en fijne motoriek, de taal, schatten, meten, wegen en tellen. De kleuterklassen bieden een rijke leeromgeving, waarin fantasievol spel wordt gestimuleerd. Het speelgoed is van natuurlijk materiaal, zoals hout, wol, zijde, katoen en steen. Deze materialen stimuleren de zintuigontwikkeling.
Ritme en regelmaat geven de kinderen houvast en vertrouwen. Het meeleven en meevoelen met het dag-, week- en jaarritme zijn belangrijke facetten van ons kleuteronderwijs. De dagindeling heeft een vast ritme van inspanning en ontspanning. De seizoenen en de jaarfeesten geven structuur aan het schooljaar en bieden een rijke bron voor spelend leren. We kiezen ervoor om de jongste kleuters vier dagen naar school te laten gaan. De vrijdag blijven zij thuis. De oudste kleuters van beide kleuterklassen gaan op vrijdag wel naar school en zitten dan samen in één klas. Aan de overgang van kleuter naar leerling wordt in de vrijeschool veel aandacht geschonken. Is het kind klaar voor de overgang van spelen naar leren (leerrijp), is het al taakgericht en fysiek en motorisch voldoende ontwikkeld? Dan maakt het de overstap naar klas 1. Soms is het kind gebaat bij een derde jaar in de kleuterklas.
De overstap van kleuterklas naar klas 1 is een feestelijk moment op de Toermalijn, het ‘overspringen’. De kinderen maken, letterlijk en figuurlijk, een sprong naar de eerste klas van de lagere school.
